Familiestichting

Haselhoff


Burcht

De Burcht te Wedde

Geschiedenis van de Burcht te Wedde


Deze burcht siert de omslagen van beide familiekronieken. Terecht, want dit kasteeltje speelt een belangrijke rol in onze familiegeschiedenis. Derck Haselhoff en na hem diverse nazaten waren vanaf 1637 tot 1803 borggraaf in dienst van de op de borg zetelende drost. Ze woonden tegenover de burcht in het borggraafhuis. Ze waren onder meer verantwoordelijk voor de rechtshandhaving in Westerwolde en voor de gevangenen die opgesloten zaten in het poortgebouw van de burcht. Rechtszittingen voor de drost werden in het borggraafhuis, dat ook als herberg dienst deed, gehouden. Het borggraafhuis bestaat al lang niet meer. Tegenwoordig staat op die plaats het gemeentehuis van Westerwolde.


De geschiedenis van de burcht begint rond 1360, wanneer de hoofdelingenfamilie Addinga, verdreven uit het door de Dollard overstroomde Reiderland, een steenhuis bouwt. In Wedde, heel strategisch op de plek waar de handelsroute tussen de Hanzestad Groningen en Westfalen de Westerwoldse A kruist. Zeer tegen de zin van de Westerwolders die met hun heer, de bisschop van Münster, hadden afgesproken dat er in dit gebied geen versterkingen mochten worden gebouwd. De feodale Addinga’s en de Westerwolders leven vervolgens meer dan een eeuw in voortdurende onmin met elkaar: over en weer worden moorden gepleegd.


In particuliere handen

De Franse tijd (1795-1813) betekent het einde van de Heerlijkheid Westerwolde. De laatste drost verlaat de burcht en ook de laatste borggraaf, Elzo Hazelhoff jr., raakt in 1803 zijn functie kwijt. Westerwolde wordt onderdeel van de provincie Groningen.


De stad Groningen maakt vervolgens aanstalten om de burcht af te breken, maar de plaatselijke notaris A.H. Koning redt het in verval geraakte kasteeltje van de ondergang door het te kopen en als woonhuis in te richten. De familie Koning blijft tot 1955 eigenaar van de burcht. In dat jaar wordt het Waterschap Westerwolde de nieuwe eigenaar en vindt een grondige renovatie plaats. Nadat van 1977 tot 1990 de Streekraad Oost-Groningen in de burcht is gehuisvest, wordt het pand verkocht aan de gemeente (toen nog) Bellingwolde.
Sinds 2011 heeft de burcht een nieuwe eigenaar en bestemming, dankzij het initiatief van Frank Ferrari, zijn echtgenote en Leo Janson. Nadat de door hen in het leven geroepen Stichting Burcht Wedde de burcht en de directe omgeving op schitterende wijze heeft laten restaureren zijn in het gebouw nu een kinderhotel, een erfgoedlogies en een restaurant gehuisvest. Ook zijn er enkele vertrekken zodanig ingericht dat zij de bezoekers een idee geven van de historie van de burcht en van de omgeving. Een van die vertrekken heeft de naam
Haselhoff Sociëteit gekregen.


  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop

Hierboven ziet u een fotoimpressie van de Burcht. Door links of rechts op de foto te klikken kunt u een foto vooruit of terug navigeren. Foto's zijn gepubliceerd met toestemming van Ed Gaikema van toerismegroningen.nl.

Veroveringen en aansluiting bij Groningen

In 1478 wordt het steenhuis door troepen van het machtsbeluste Groningen verwoest, maar Haye Addinga herbouwt en versterkt het huis in 1486 met toestemming van de bisschop. In 1530 verliest de familie Addinga de burcht echter definitief, wanneer Berend van Hackfort, een legeraanvoerder onder hertog Karel van Gelre, de burcht verovert. Hij wordt door de hertog als drost van Westerwolde aangesteld. Berend van Hackfort maakt van het steenhuis een echte vesting met ringmuren, bastions, grachten en een poortgebouw met cellen voor de gevangenen. Om aan bouwmaterialen te komen laat hij zelfs de kerk van Vlagtwedde afbreken.


In 1536 komen Westerwolde en de burcht opnieuw in andere handen als Georg Schenk van Toutenburg, stadhouder onder Karel V, het kasteel verovert en Westerwolde in leen krijgt. Zijn wapen, ingemetseld in de toren, herinnert nog aan deze periode.

In 1561 wordt de stadhouder van de noordelijke provincies, de graaf van Aremberg, heer van Westerwolde de eigenaar van de burcht. Enkele jaren later in 1568 bij het begin van de Tachtigjarige Oorlog, wordt de burcht veroverd door Adolf en Lodewijk van Nassau. In de slag bij Heiligerlee, enkele weken later sneuvelen zowel Adolf als de graaf van Aremberg.

In 1593 wordt Westerwolde definitief op de Spanjaarden veroverd door troepen van de Friese stadhouder Willem Lodewijk. De burcht wordt tijdens gevechtshandelingen zwaar beschadigd. De familie van Aremberg blijft weliswaar eigenaar van Westerwolde en van de burcht maar Willem Lodewijk stelt een eigen drost aan en er worden troepen van de Republiek op de burcht gelegerd. Westerwolde maakt vanaf dat moment deel uit van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en de burcht in Wedde wordt het bestuurlijke centrum.

De familie van Aremberg verkoopt de heerlijkheid Westerwolde en de burcht in 1617 aan de koopman Willem van Hove uit Alkmaar. Deze heeft hier al gauw spijt van en verkoopt zijn bezit twee jaar later aan de stad Groningen, de nieuwe heer van Westerwolde. De eerste ‘Groninger’ drost Johan Coenders benoemt in 1637 Derck Haselhoff als zijn borggraaf.

In de periode 1666-1673 veroveren en bezetten de troepen van ‘Bommen Berend’, de bisschop van Münster, de burcht tot twee keer toe. Opnieuw wordt de burcht zwaar beschadigd en wordt het dorp Wedde platgebrand. In de jaren daarna raakt de burcht zijn militaire betekenis kwijt en worden de muren en torens afgebroken en de grachten gedempt.



De Haselhoff Sociëteit


Op 29 september 2018 heeft Humphrey Hazelhoff Roelfzema (1928) een bijzonder schilderij van Guillemina Hazelhoff Roelfzema-Verster (1816-1887) aangeboden tijdens een feestelijke onthulling in de Haselhoff Sociëteit in de Burcht te Wedde. 


Guillemina Hazelhoff Roelfzema-Verster was de echtgenote van dr.Karel Hazelhoff Roelfzema (1808-1869) rector van de Latijnse school in Zevenaar. Het portret is in 1887 geschilderd door de vermaarde portrettist Henderik Johannes Haverman (1857-1928) 
Het schilderij is goed op zijn plaats in de Burcht Wedde, omdat de familie Hazelhoff al bijna 400 jaren verbonden is met de Burcht (voorheen Borg te Wedde genoemd). Een familie die begon met Derck Haselhoff die in 1637 werd aangesteld als borggraaf. Er valt overigens nóg een (toevallige) connectie tussen Guillemina en de Burcht te bespeuren. Haar jongste zoon, de kunstminnaar (en schilder) Arnold Hazelhoff Roelfzema was in 1891 een van de oprichters van de Haagsche Kunstkring. Al van het begin waren ook Edzard en Arnold Koning er lid. En laten deze schilders nu juist beiden geboren zijn op de toenmalige Borg te Wedde.

Met de onthulling – in aanwezigheid van een deel van het Bestuur van Stichting de Burcht Wedde (het Kinderhotel) en de familiestichting Haselhoff - van het bijzondere portret van de stammoeder van de Hazelhoff Roelfzema’s komen historie, kunst en zorg voor kinderen symbolisch samen. 

Opening Haselhoff Sociëteit

Met de nieuwe bestemming van de burcht is de Familiestichting Haselhoff door de Stichting Burcht Wedde in de gelegenheid gesteld om een van de kamers in te richten als aandenken aan de periode waarin familieleden als borggraaf aan de burcht verbonden waren. Mede dankzij financiële bijdragen van donateurs en overige familieleden kon dit idee worden gerealiseerd.


 

In deze kamer bevindt zich nog een originele driedelige kastenwand uit de 18e eeuw. Hierin is een vitrine aangebracht waarin voorwerpen worden tentoongesteld die bij opgravingen rondom de burcht zijn aangetroffen. Bijvoorbeeld een baardmankruik (ca. 1600) die gevonden is op de plaats van het voormalige borggraafhuis. De tien stoelen rondom de grote tafel zijn voorzien van het Haselhoff wapen. Op twee beschilderde houten wandborden zijn de namen vermeld van de drosten en borggraven uit de periode waarin de stad Groningen heer van Westerwolde was en de borggraaffunctie door de familie Haselhoff werd uitgeoefend.

Het interessantste onderdeel van de Haselhoff Sociëteit wordt gevormd door drie glazen wandplaten van elk een meter bij een meter. Onder de titel Wedderwaardigheden is door de kunstenaars Rudmer Nijman en Elske Hiddema op deze platen de geschiedenis verbeeld van Westerwolde, van de burcht en van de borggravenfamilie Haselhoff. Het betreft de periode die begint in 1568 met de Slag bij Heiligerlee en die eindigt in 1795 met het binnenvallen van Franse troepen en het uitroepen van de Bataafse Republiek.


De Haselhoff Sociëteit staat ter beschikking van hotelgasten van de burcht. Er kan ook worden vergaderd en gedineerd. De Sociëteit is vrij toegankelijk voor overige bezoekers van de burcht.



Baardmankruik


Rond 1960 heeft een kraanmachinist tijdens werkzaamheden voor de bouw van het nieuwe kantoor voor het waterschap Dollardzijlvest in Wedde, een baardmankruik opgegraven. Tegenwoordig is dit gebouw in gebruik als gemeentehuis van Westerwolde. Op of nabij deze plek, tegenover de borg, heeft vroeger het borggraafhuis gestaan. In dit huis hebben vanaf 1637 tot in de eerste helft van de 19e eeuw diverse generaties van onze familie gewoond en - als borggraaf – gewerkt. Het zou dus kunnen zijn, dat deze kruik ooit in het bezit is geweest van de familie Haselhoff.


Baardmankruiken zijn van de 15e tot en met de 18e eeuw gemaakt in het gebied rond de stad Keulen. Kunsthistorici zijn het er niet over eens waar de baardman op de hals van de kruiken symbool voor staat. Volgens de overlevering zou de baardige manskop God moeten voorstellen. Volgens een andere verklaring zouden Keulse pottenbakkers, die in de 16e eeuw werden verjaagd uit de stad Keulen, uit kwaadheid de gezichten van de Keulse stadsbestuurders hebben aangebracht op de hals van de baardmankruiken. De pottenbakkers zouden verjaagd zijn vanwege het gifgas dat vrijkwam bij hun bakproces. Dit leidde tot een rel en veel pottenbakkers vestigden zich in het nabijgelegen Frechen. De baardmankruiken waren in de zestiende en zeventiende eeuw in Europa heel gangbaar als voorraadpotten, zoals voor het bewaren van brandewijn. Ze gingen ook mee aan boord van VOC schepen naar Japan.Hoe oud onze baardman is kunnen we niet met zekerheid stellen. Enkele geraadpleegde deskundigen houden het voorlopig op de periode tussen 1550 en 1650.

Het borggraafhuis in Wedde was naast rechthuis - de plaats waar de drost zijn rechtszittingen hield - ook herberg en woonhuis van de borggraaf en zijn gezin. Het erf rondom het borggraafhuis strekte zich uit tot aan de oever van de Westerwoldse A, de vaarverbinding naar de Dollard en de Noordzee. De graafmachinemachinist die de baardmankruik veertig jaar lang thuis heeft bewaard, vertelde dat hij de kruik heeft opgegraven op de vermoedelijke plek van een voormalige zwaaikom. Een plaats waar de schepen konden draaien. Dit zou kunnen verklaren dat de baardmankruik nagenoeg onbeschadigd is gebleven. Hij kan overboord zijn gevallen of in het water zijn gegooid. Dat de kruik in het borggraafhuis is gebruikt is ook goed voor te stellen. De drost, of de in de herberg verblijvende gasten zullen op zijn tijd wel een slokje hebben gelust. Gezien de geschatte ouderdom van de kruik, is het niet ondenkbaar dat een borggraaf Haselhoff met de inhoud van deze kruik de nodige glazen of bekers heeft gevuld.

De baardmankruik is door de Familiestichting aangekocht en thans tentoongesteld in de vitrine van de Haselhoff Sociëteit.

Share by: